[ les 19:15 – 19:45 lesson ] door Julian Persaud
De Caro-Kann verdediging is een solide verdediging die tot aan het (super)grootmeester niveau gespeeld wordt tegen 1. e4. In (bijna) elke variatie van de Caro-Kann speelt zwart 1… c6 en 2… d5. Hiermee stelt zwart wit meteen voor een vraag. Wit heeft 3 keuzes: de pion doorschuiven, slaan op d5 en de pion op e4 verdedigen. Wanneer wit besluit de pion op e4 te verdedigen doet hij dit vaak door zijn paard te ontwikkelen naar c3 of d2. In bijna elke partij (94% in de masters database) slaat zwart dan de pion op e4 en wit slaat terug met het paard. Zwart speelt vervolgens paard naar f6, de Tartakower variatie. Dit is een bijzondere opening met unieke ideeën en pionstructuren.
1. e4 c6 2. d4 d5 *** Standaard openingszetten voor de Caro-Kann. Hier heeft wit een beslissing te maken.
[ video zie onder ]
Wit kan:
- de e-pion opschuiven (advance variation, 3.e5)
- de zwarte pion op d5 slaan (exchange variation, 3.exd5)
- de pion verdedigen (classical – 3.Nc6 of modern variation – 3.Nd2 of fantasy variation – f3 )
3. Nd2 dxe4 *** Wit kiest voor de modern variation. Zwart slaat vervolgens eigenlijk altijd de pion op e5. De enige andere optie die redelijk is voor zwart is om 3…g6 te spelen.
4. Nxe4 Nf6 *** Zwart heeft inderdaad de pion geslagen. Wit neemt de pion terug met het paard. Vervolgens besluit zwart om de Tartakower variatie te spelen met 4…Nf6. Dit is niet de enige optie in de positie. Zowel 4…Bf5 als 4…Nd7 zijn opties. Dit zijn de Caro-Kann classical variation en Karpov variation respectievelijk.
5. Nxf6+ exf6 *** Wit neemt het paard en geeft zwart een dubbelpion op de f-lijn.
Zwart slaat terug met de e-pion. Technisch gezien is het pas de Tartakower variatie als zwart neemt met de e-pion. Wanneer zwart neemt met de g-pion heet het de Bronstein variation. Deze variatie is echter dubieus en wordt op hoog niveau niet gespeeld. Maar, is vrijwillig een dubbelpion creëren niet slecht? Al helemaal als we hiervoor een centrumpion opgeven? Het hebben van de dubbelpion heeft meerdere mogelijke doelen. Ten eerste helpt de dubbelpion om e5 en g5 te dekken. Dit zijn velden waar vaak een paard terecht kan komen. Verder kan de pion gebruikt worden als een soort stormram. De pion kan helpen de positie rondom te koning van wit te openen zonder dat zwart daarvoor de positie rondom de eigen koning verzwakt. Ook is de pion niet zwak. In een eindspel is zwart mogelijk slechter vanwege de dubbelpion maar in het middenspel is de dubbelpion niet perse een nadeel.
6. Nf3 Bd6 *** Beide zijdes ontwikkelen stukken. Hoe wit hier speelt is nu al mild inaccuraat. Door het paard naar f3 te ontwikkelen maakt wit het leven van zwart een stuk makkelijker. Dit komt omdat de lichte loper van zwart nu een zeer prettig veld heeft om naar te ontwikkelen. En dat terwijl de lichte loper van zwart vaak moeite heeft in de Caro-Kann. Zwart maakt hier niet gelijk gebruik van maar er is ook geen haast bij. Het paard op f3 gaat voorlopig nog nergens heen. Een betere optie zou zijn 6.c3. Dit maakt het leven voor de lichte loper van zwart moeilijker en behoud het kleine voordeel dat wit heeft. Een mogelijke continuatie is: 6.c3 Bd6 7.Bd3 O-O 8.Qc2 re8+ 9.Ne2 h5. Dit leidt tot een zeer gecompliceerde en theorierijke stelling waarbij wit een klein voordeel houdt.
7. Bd3 O-O *** Beide kanten ontwikkelen
8. O-O Bg4 *** Hier is de ontwikkeling van de lichte loper waar al over nagedacht is bij 3.Nf6 en dus de reden dan 3.Nf6 licht inaccuraat is. Niet alleen staat wit de lichte loper van zwart toe om zich goed te ontwikkelen. Die ontwikkeling komt ook nog eens met een vervelende penning. De penning is lastig te doorbreken. H3 en g4 zou de pin kunnen doorbreken maar hiermee heeft zwart wel een grote verzwakking/concessie van wit uitgelokt. Verder is het terugbrengen van de lichte loper naar e2 ook een matige optie. De loper is daar passief en wit wordt gedwongen om in de opening 2 keer hetzelfde stuk te bewegen terwijl zwart door kan gaan met snelle ontwikkeling.
9. Be3 Nd7 *** Wit besluit de penning te accepteren en door te ontwikkelen. Zwart gaat nu verder met een typisch idee in de Tartakower. Vanwege de pion op c6 kan het paard zich niet gemakkelijk ontwikkelen naar zijn meest natuurlijke veld. Hierdoor moet zwart een ander plan vinden voor het paard. Zwart speelt 9…Nd7 met het plan om via b6 naar d5 te gaan. Een sterk veld voor het paard waar deze veel velden dekt en zelf gedekt wordt door de pion op c6, die eerst in de weg stond maar nu het paard ondersteund. Een andere optie is om via f8 naar g6 te gaan. Ook een prima veld voor het paard. Dit idee van het paard manoeuvreren lijkt op andere ideeën zoals die in de Spaanse of Italiaanse opening voor wit.
10. h3 Bd5 *** wit besluit de lichte loper wat vragen te stellen. Zwart beweegt simpelweg naar achter. Hiermee behoud zwart of de penning of lokt concessies uit van wit. De computer vindt g4 de beste zet en beweert dat wit hier prima is. Maar onthoud, mensen zijn geen computers. G4 is een moeilijke zet om te spelen en zelfs als een mens het speelt zal het mogelijk zeer precieze zetten vereisen om niet slechter te zijn.
11. Bf5 Re8 *** Wit beweegt de lichte loper voor een 2e keer wat inaccuraat is. Naast g4 wat al besproken is zijn betere/meer testende zetten: Re1 of c4. Zwart besluit Re8 te spelen. Hiermee opent hij de mogelijkheid voor het Nf8 Ng4 plan. Maar ook al speelt zwart dit niet is de toren activeren nooit een slecht idee.
12. Bg4 Bg6 *** Wit legt zijn eerdere loper zet uit en verbreekt de penning van de lichte loper van zwart. Zwart staat hier voor een keuze sla ik of ga ik aan de kant. Zowel slaan als aan de kant gaan zijn prima opties met slaan de iets betere optie. Hier koos zwart voor het aan de kant gaan om de partij meer leerzaam te maken en een nieuw concept te introduceren. Verder dreigt zwart met Bg6 om op de volgende zet f5 te spelen wat de witte loper zou opsluiten en dus een stuk zou winnen.
13. Nh4 Nb6 *** Wit voorkomt dat de loper verloren gaat door ruimte te maken en “dreigt” om nog een set van de pionnen van zwart te verdubbelen. Zwart is niet bang voor de 2 dubbelpionnen en gaat verder met het plan om zijn paard te activeren naar een mooi veld. Verder opent dit de deur naar een ander idee dat verscholen gaat in de Tartakower, namelijk Bc7 en Qd6, een gevaarlijke batterij gericht op de koning van wit.
14. Nxg6 hxg6 *** Wit neemt en verdubbelt nog een set van zwart zijn pionnen. Zwart neemt terug om geen materiaal te verliezen.
15. b3 Bc7 *** Een fout van wit. Het spelen van b3 geeft het initiatief volledig weg naar zwart en geeft zwart tijd om een aanval op te bouwen. Zwart probeert het initiatief over te nemen door zijn plan van een batterij maken uit te voeren.
16. c4 Qd6 *** Wit speelt c4 en ziet het gevaar dat zwart gaat creëren niet. Zwart herkent meteen de fout en maakt zijn nu winnende plan af. Wit moet verdedigen tegen mat en zwart heeft nu een tactiek dat materiaal wint.
17. g3 Rxe3 *** Wit verdedigt tegen de matdreiging maar de pion op f2 is simpelweg overbelast. De pion moet zowel de loper op e3 als de pion op g3 verdedigen. Zwart neemt de loper met de toren. Als wit de toren neemt en een kwaliteit wint volgt zwart op met 18…Qxg3+ 19.Kh1 is geforceerd en zwart wint met 19…Qh2#. Elke andere zet naast 17.g3 leidt alsnog tot het verlies van de loper of tot mat.
18. Qd2 Re4 *** Wit weet de juiste tegenzet te vinden om ervoor te zorgen dat zwart scherp moet blijven en later het stuk terug moet geven. Dit komt omdat Qd2 de toren aanvalt terwijl ook nog steeds c5 gedreigd wordt door wit. Zwart weet dus dat hij het stuk terug moet geven, maar dit komt wel met de kosten van een aantal pionnen. Zwart speelt dus Re4 om de prijs voor het terugwinnen van het stuk zo hoog mogelijk te maken voor wit. LET OP: 18.c5 werkt niet vanwege de prachtige zet 18…Rxg3! Mat in 3 incl de torenzet (19.fxg3 Qxg3+ 20.Kh1 Qh2#, of 19.Kh1 Rg2 20.Kxg2/Rxg2 Qh2#, of 19.Kh1 Rxh3 20. Bxh3/Kg2/Kg1 Qh2#). Doordat wit eerst 18.Qd2 speelt dreigt wit de vork nu wel. Dit komt omdat de dame vanaf de 2e rij mat kan voorkomen.
19. Bf3 Rxd4 *** Wit bezwijkt onder de druk en blundert nogmaals. Zwart kan het extra stuk houden en wint nog een pionnetje ook. Vanaf hier draait het simpelweg om met goed techniek de partij omzetten in winst. De continuatie vanaf hier heeft niets meer te maken met de principes van de Tartakower als opening maar is wel een uitstekend voorbeeld van netjes een voordeel omzetten in winst en kan zelf uitgespeeld worden met de PGN hieronder.
[Event "Online Rapid 10 min."]
[Site "@ https://lichess.org/VNFihOKA "]
[Date "2025.??.??"]
[Round "?"]
[White "goodknightrest"]
[Black "OhMyLands (Daniel Naroditsky)"]
[Result "0-1"]
[WhiteElo "1698"]
[BlackElo "1650"]
[ECO "B15"]
[Opening "Caro-Kann Defense: Tartakower Variation"]
1.e4 c6 2. d4 d5 3. Nd2 dxe4 4. Nxe4 Nf6 5. Nxf6+ exf6 6. Nf3 Bd6 7. Bd3 O-O 8. O-O Bg4 9. Be3 Nd7 10. h3 Bh5 11. Bf5 Re8 12. Bg4 Bg6 13. Nh4 Nb6 14. Nxg6 hxg6 15. b3 Bc7 16. c4 Qd6 17. g3 Rxe3 18. Qd2 Re4 19. Bf3 Rxd4 20. Qe2 Nd7 21. Rad1 Bb6 22. Kg2 Ne5 23. Be4 Rd8 24. Rc1 Rd2 25. Qe1 Qd4 26. c5 Bxc5 0-1
Master Class | Caro-Kann, Tartakower | Chess Speedrun | Grandmaster Naroditsky
Hier een ander typisch voorbeeld van de Tartakower variatie met Duda-Carlsen.
Carlsen verloor deze partij. Ondanks dat hij deze verloor, had hij een goede stelling. Hier is te zien dat, wanneer de Tartakower door (super) grootmeesters gespeeld wordt, de ideeën licht veranderen. Tot en met 11. O-O-O wordt theorie van de Tartakower gespeeld. Carlsen koos voor b4 i.p.v. Kf8. Dit plan met Kf8 is ook terug te zien in de annotatie van de partij hierboven. Verder is te zien dat, ondanks dat de Caro-Kann een vrij solide opening is, er via de Tartakower variatie veel interessante aanvallende partijen kunnen ontstaan.
[ speel de partij na door de LiChess link ]
—
[Event "Norway Chess 8th"]
[Site "Stavanger @ https://lichess.org/SVpfJKio/black#0 "]
[Date "2020.10.10"]
[Round "5"]
[White "Duda, Jan Krzysztof"]
[Black "Carlsen, Magnus"]
[Result "1-0"]
[WhiteElo "2757"]
[BlackElo "2863"]
[ECO "B15"]
[Opening "Caro-Kann Defense: Tartakower Variation"]
1. e4 c6 2. d4 d5 3. Nc3 dxe4 4. Nxe4 Nf6 5. Nxf6+ exf6 { B15 Caro-Kann Defense: Tartakower Variation } 6. c3 Bd6 7. Bd3 O-O 8. Qc2 Re8+ 9. Ne2 h5 10. Be3 Nd7 11. O-O-O b5 12. d5 c5 13. Bxb5 Rb8 14. c4 a6 15. Ba4 Re7 16. Ng3 Ne5?! { (0.42 → 1.38) Inaccuracy. Nb6 was best. } (16... Nb6) 17. Ne4? { (1.38 → 0.07) Mistake. Bd2 was best. } (17. Bd2 h4 18. Ne4 h3 19. f4 Ng4 20. gxh3 Bf5 21. Nxf6+ Nxf6 22. Qxf5 Ne4 23. Rhg1 Qb6) 17... Reb7 18. b3 Rb4 19. Bd2?! { (0.33 → -0.50) Inaccuracy. Nxd6 was best. } (19. Nxd6 Qxd6 20. Rhe1 Rxa4 21. bxa4 Rb4 22. Bf4 Nd3+ 23. Rxd3 Qxf4+ 24. Ree3 Bf5 25. g3 Bxd3) 19... Rxa4 20. bxa4 Bf5 21. Rde1 h4? { (-0.37 → 1.09) Mistake. Ng4 was best. } (21... Ng4 22. f3) 22. h3 Ng6 23. Re3 Nf4 24. g4 Bg6?! { (0.85 → 1.51) Inaccuracy. hxg3 was best. } (24... hxg3 25. fxg3) 25. Kd1 f5 26. Nxd6 Qxd6 27. gxf5 Bh5+ 28. f3 Qf6 29. Bc3 Qg5 30. Qe4?! { (1.99 → 1.28) Inaccuracy. Rhe1 was best. } (30. Rhe1 Kh7 31. Kc1 Ng2 32. f4 Nxf4 33. Bd2 Qf6 34. Rb3 Qa1+ 35. Qb1 Nd3+ 36. Kc2 Nxe1+) 30... Qg2?! { (1.28 → 2.37) Inaccuracy. f6 was best. } (30... f6 31. Bd2) 31. Rhe1 Qxa2? { (3.02 → 5.73) Mistake. f6 was best. } (31... f6 32. d6 Kh7 33. Kc1 Qxa2 34. d7 Qa3+ 35. Kd2 Qa2+ 36. Qc2 Qxc4 37. Kc1 Rd8 38. Bxf6) 32. Qc2 Qxc4 33. Re8+ Kh7 34. Rxb8 Qxd5+ 35. Qd2 Bxf3+ 36. Kc1 Qxf5 37. Re3 Ne2+ 38. Kb2 Nxc3 39. Qxc3 Qf4 40. Qd3+ f5 41. Rf8 Qb4+ 42. Kc1 Be4 43. Qb3 Qd4 44. Qc3 Qd6 45. Rf7 Qg6 46. Rd7 Qg1+ 47. Kb2 c4 48. Rxe4 fxe4 49. Rd4 Qf2+ 50. Qd2 c3+ 51. Kxc3 Qg3+ 52. Kb2 Qxh3 53. Rxe4 Qg3 54. Qd4 Qg2+ 55. Kc3 Qf3+ 56. Kb4 Qf8+ 57. Ka5 Qf5+ 58. Kxa6 g5 59. a5 h3 60. Re7+ Kg6 61. Qg7+ Kh5 62. Qh7+ Kg4?! { (60.04 → Mate in 11) Checkmate is now unavoidable. Qxh7 was best. } (62... Qxh7 63. Rxh7+) 63. Re4+ { Black resigns. } 1-0